Het Aostadal: de hemel onder je voeten!

25 juli 2018 - Vercelli, Italië

Heaven is under our feet as well as over our heads. Deze uitspraak van Henri David Thoreau staat te lezen onder een langs ons pad opgestelde kaart van het deel van de Via Francigena dat we bewandelden tussen Chatillon en Verres in het Aostadal. Henri David Thoreau was een Amerikaanse filosoof en essayist die leefde in de negentiende eeuw, en onder de titel ‘Walking’ een boek heeft geschreven over ‘the art of Walking’. Als iets ons aanspreekt op onze spirituele voetreis naar Rome, dan is het wel de constatering, dat de hemel net zo goed onder onze voeten is als boven onze hoofden. En voordat dit een goedkope slogan wordt voor overenthousiaste wandelclubs enzo, voeg ik er aan toe: wat een voorrecht dat wij mogen wandelen door een schitterend gebied als het Aostadal, waar de Via Francigena van Aosta tot Pont-Saint-Martin je in drie dagen zo’n 65 kilometer lang voert over een balkon. Je moet er af en toe toch even voor klimmen, ook al ben je de Alpen uit aan het dalen, maar wat je om je heen ziet, wat je onder je voeten laat voorbijglijden, de vergezichten en panorama’s, dit alles is in het Aostadal inderdaad de hemel onder onze voeten. Bekijk mijn foto’s van de etappes, Aosta - Chatillon, Chatillon - Verres en Verres - Pont-Saint-Martin, op 19, 20 en 21 juli, en je zult het met me eens zijn!

Nu we het toch over de Via Francigena hebben, en na Engeland, Frankrijk en Zwitserland inmiddels Italie hebben bereikt, wil ik een paar dingen over deze Via zeggen die ons van Canterbury tot nu toe, en hopelijk tot Rome zo veel hemelse ervaringen biedt. Allereerst de uitspraak. De Engelsen, Fransen en Zwitsers hebben het over de Via FranciGEna, met de klemtoon op de derde lettergreep. Kom je eenmaal in Italie, dan moet je er aan wennen dat ze vragen of je de Via FranCIgena loopt, met de klemtoon op de tweede lettergreep. Dan iets over de route, ook in vergelijking met ons zusje, de Camino de Santiago. De zegswijze is dat alle wegen naar Rome leiden, maar naar Santiago leiden zo mogelijk nog meer wegen, zowel aanlooproutes van overal uit Europa richting Spanje, maar ook binnen Spanje zijn er vele alternatieven. (Trouwens maar goed ook, want de pelgrimsroutes naar Santiago worden zo langzamerhand overbevolkt.) De Via Francigena daarentegen is een navolging van de Engelse aartsbisschop van Canterbury, Sigeric, uit de tiende eeuw. Zoals ik al eerder heb geschreven is zijn reisblog, de plaatsen die hij gepasseerd is, de basis voor de Via Francigena, met welke klemtoon dan ook. Die route, dat is er dus maar een! Ook Teunissen beroept zich hier regelmatig op bij zijn routebeschrijving, hoewel hij onder het motto dat alle wegen naar Rome leiden, ons regelmatig tracht te verleiden de (trolley-)bus, of de trein te nemen, en we zullen nog ervaren dat hij zich zelfs niet geneert je een speedboot over de Po aan te raden (laat mijn kleinkinderen niet horen waarmee hun opa tijdens zijn pelgrimage zich allemaal mee bezig houdt!). Wat Teunissen in het palet van alternatieve vervoersvormen en routes nog vergeten is te vermelden, dat is de prachtige raderboot waarmee een pelgrim die ik ken (nee, ik noem geen namen!) vanaf Lausanne het Meer van Geneve is overgestoken richting het Rhonedal.

We dwalen af, maar ook dat hoort bij de hemel onder je voeten. Mijn zus Corrie, die vorige week in en rond Nijmegen de Vierdaagse heeft gelopen voor de eerste keer, was getroffen door de vele mensen die de lopers aanmoedigen. Zij had medelijden met ons eenzame geploeter over een veel grotere afstand, en heeft in een reactie op de blog voor Johanna en mij geapplaudiseerd. Heel lief vind ik dat, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat ook wij langs de route veel aanmoedigingen krijgen, zij het niet massaal. Het begon in Noord-Frankrijk al, waar veel mensen ons ‘bon courage’ wensten en ons soms spontaan een hand gaven. Naarmate we na Reims verder afzakten nam de belangstelling toe. Mensen bleken trots te zijn dat onze Via Francigena bij hen door het dorp ging, en met steun van de Mairie konden wij regelmatig goedkoop logies krijgen. Ik heb me zelfs laten vertellen dat veel dorpsburgemeesters langs de Via Francigena, zelfs internationaal, beraad hebben hoe  zij pelgrims nog beter kunnen faciliteren, in de hoop dat hun gemeente er op den duur economisch profijt van heeft. Dit in de verwachting dat het pelgrimeren naar Rome, net als dat naar Santiago, in de toekomst booming business zal worden. Dat is tegelijk ook de reden dat veel burgemeesters onderling ruzie maken of hun gemeentetje of dat van hun collega hoort te liggen aan de Via Francigena. Hoe het ook zij, sinds we in Italie zijn, mogen we ons echt verheugen in de positieve belangstelling van de mensen die langs de route wonen of werken. De paden in het Aostadal zijn mooi aangelegd, en worden goed onderhouden. Na het maaien wordt het gras weggehaald en het pad aangeharkt, ik heb het zelf zien gebeuren! Als we verkeerd dreigen te lopen, krijgen we de vraag ‘Via FranCIgena?, en dan wordt ons de volgens hen goede weg gewezen. Ik maakte mee dat we langs een voorbijrijdende trein liepen, en de machinist met een fluittoon groette. Ook liep ik op de tocht bovenlangs  het Aostadal door een smal straatje in een dorpje, waar een grote hond bij een huis fel  begon te blaffen. Een man begon luidkeel Leonardo, want zo heette de hond blijkbaar, tot de orde te roepen. Nadat Leonardo bedaard was ging de man mij in gebrekkig Nederlands aanmoedigen met ‘Goede reis!’ En ‘Tot ziens!’. Johanna, die even voor mij liep, vertelde me later dat de man met haar een gesprek had aangeknoopt en zo aan de weet was gekomen dat wij uit Holland kwamen. Een andere keer sprak een man mij in het Italiaans aan, net toen hij de deur van zijn huis op slot deed om met de auto te vertrekken. Met handen en voeten, want helaas spreken veel Italianen alleen maar Italiaans, vroeg hij waar ik vandaan kwam, of het waar was dat ik naar Rome liep, en wat ik van Italie vond. De antwoorden bevielen hem, hij wenste me ‘buon cammino’, excuseerde zich dat hij nu weg moest, en beloofde me voor de volgende keer een kop koffie. Die gun ik graag een volgende pelgrim die bij hem voorbijloopt! Hartverwarmend is het wanneer mensen in hun tuin iets leuks hebben neergezet met een groet aan voorbijtrekkende pelgrims. Komisch en tegenstrijdig is het dan als er een hond naast zit die zich zo ongeveer de longen uit zijn lijf blaft.

Het woord hond is gevallen. Honderden honden zijn we inmiddels voorbijgelopen na evenzovele salvo’s van onbedaarlijk geblaf. In Frankrijk was het al erg, en van tekkeltjes, Jack Russeltjes en andere keffertjes tot Dobermanns, Bouviers en herdershonden, allemaal even boosaardig en agressief als wij als vreemdelingen hun tuin, hun territoir passeerden, vaak gevolgd door vergeefs geschreeuw van de eigenaar of eigenaresse om de hond tot stilte te manen. Een enkele keer bracht ik een hond tot razernij door pesterig te blijven staan en een foto van de hond te nemen. Het was nog voor Reims, dat een loslopende jonge herdershond bij een boerenerf naar mij toe stoof en onbedaarlijk blaffend rondjes rond mij ging lopen, waarbij ik meedraaide en de hond alleen maar recht aankeek. De boerin, een oudere vrouw, kwam ter plaatse en probeerde mij gerust te stellen: ‘Hij doet niks hoor, hij heeft alleen maar belangstelling voor uw grote rugzak!’ Ja ja! In Zwitserland hadden we niet zo veel last van hondengeblaf, en als er eens een hond naar ons blafte, dat kon je het resultaat van een goede opvoeding zien, die honden blaften altijd met twee woorden. Zo kon je tenminste ongestoord praten onder het lopen! Maar nu we in Italie zijn, is het weer feest met de honden. En hoe! Hier hebben dorpjes meestal heel smalle straatjes met uitstekende daken of balkons. Er stond zelfs ergens een paal met twee verkeersborden die aangaven dat je je er alleen door kon als je niet breder dan 2 m was en niet hoger dan 2.20 m. In zo’n dorpje lijkt iedereen wel een hond te hebben, en de ene steekt de andere aan met blaffen lang voor ze je hebben kunnen zien. Je loopt dan door een tunnel van geblaf: naast je achter een hek of poort en boven je vanaf balkons, soms meerdere boven elkaar. Irritant is dat.

in een vorige blog heb ik de broers van Johanna, alle drie fervente motorrijders, op de ziel getrapt door te schrijven dat motorrijders met hun irritante herrie in de bergen de serene stilte verstoorden. Sorry zwagers en andere motorrijders onder de volgers! Inderdaad heeft dit snerpende geluid een positieve kant: sound saves lives! Ik gun iedereen zijn of haar plezier, en motorrijders ken ik als voorzichtige en verantwoorde mensen die rekening houden met andere verkeersdeelnemers. Dit los van feit dat ik in de bergen liever een koebel hoor die me laat weten dat er een koe aankomt. Ten onrechte heb ik echter motorrijders over een kam geschoren met automobilisten. De verhouding tussen pelgrims en gemotoriseerde vierwielers is spannend. Meestal voert de route ons langs rustige wandelpaden, maar ook vaak langs wegen waar ook autoverkeer is toegestaan, soms zelfs drukke verkeerswegen. De meeste automobilisten wijken ruim uit om je een veilig gevoel te geven als ze je passeren. Maar anderen jagen je soms de stuipen op het lijf door rakelings met de spiegel langs je te rijden (wij lopen altijd links), boze gebaren te maken, of onvriendelijk te claxonneren, zo van ‘de weg is van mij, wat doe je op mijn territoir!’. En dat wandelaars links lopen is bij sommige eencellige autorijders niet eens bekend! Eigenlijk lijken die mensen wel wat op de onopgevoede honden die we onderweg tegenkomen. Toch is het onze grootste angst onderweg een keer overhoop gereden te worden. Zoals die keer in Zwitserland (ja ja, de honden worden daar beter opgevoed dan sommige mensen), toen ik bij het oversteken van een rotonde Johanna bij de arm moest terugtrekken, omdat zij niet gezien had dat die auto van links agressief optrok nadat hij drie andere auto’s voorrang had moeten verlenen. Ik schaam mij ervoor, en durf het haast niet te zeggen, maar toen heb ik mijn middelvinger opgestoken richting de achteruitkijkspiegel van deze wegpiraat!

De hemel onder onze voeten, laten we het daar nog even over hebben. Mooie landschappen, bouwsels en Romeinse infrastructuur hebben we gezien in het Aostadal. Zoals het geboortehuis van Anselmus van Canterbury, een theoloog en filosoof uit de elfde eeuw, die geboren is in Aosta, maar uiteindelijk aartsbisschop van Canterbury is geworden. Zoals de triomfboog van Augustus bij het verlaten van Aosta. En de autentieke Romeinse bruggen voorbij Aosta en in Pont-Saint-Martin (van de autenticiteit van de Romeins aandoende bruggen op het traject tussen deze plaatsen ben ik niet zeker). En, bij Donnas, de prachtige bewaard gebleven Romeinse weg met uitgesleten karresporen en Romeinse stadspoort! En, wat ook leuk was om te ontdekken was dat de Romeinse weg vanaf Aosta door de wiskundige afstandsmaten ook bepalend was voor sommige plaatsnamen. Zoals Quart, dat op vier Romeinse mijlen ligt van Aosta, Nus, op negen mijl, en Diemoz, op 10 mijl. Toen we zaterdag 21 juli het stadje Pont-Saint-Martin hadden bekeken, moesten we langs een drukke verkeersweg nog even doorlopen. Was het toeval, dat we ons logeeradres vonden op 10 meter van een bord dat aangaf, dat we nu de provincie Val d’ Aosta verlieten en in Piemonte zouden komen? Toch hebben we nog maar even lekker geslapen in het hemelse Aostadal!

Foto’s

3 Reacties

  1. Charlotte:
    25 juli 2018
    Hahaha, er is een dunne lijn tussen liefde en haat, ook tussen wandelaars en motorrijders merk ik maar weer, en dat weet jij slim te overbruggen. Was jij ook weer mediator?

    Iets anders: vergeet niet eens een glas wijn te proeven van de Petit Rouge en Petit Arvine druif!

    De wijnregio Valle d'Aosta wordt als een paradijs voor avontuurlijke wijndrinkers gezien. Avontuurlijk zijn jullie al, dus dat scheelt de helft. Gert en ik zijn er twee jaar geleden voor omgereden om dit met eigen ogen te beschouwen. Prachtig gebied, inderdaad het is er hemels.

    In deze hoogste wijngaarden van Europa groeien op steile berghellingen vergeten autochtone druiven als de Petit Rouge en Petite Arvine, waar al honderden jaren opmerkelijke, eigenzinnige wijnen van worden gemaakt. Ben benieuwd of jullie die vinden!

    Je merkt wel dat ik mijn Wijnbrevet heb gehaald onlangs. Op naar de HBO-opleiding tot registervinoloog, start in september.

    Groetjes Charlotte
  2. Wim Jacobs:
    25 juli 2018
    En in Piemonte ook goed aan de wijn .
  3. Titia Meuwese-Mulder:
    26 juli 2018
    Voor de mensen uit Canterbury is het misschien de "enige" route. Maar voor reizigers uit Spanje, Zwitserland, Duitsland en zelfs zo nu en dan uit Engeland (als ze weer eens oorlog met de Franse hadden) zijn er vele andere routes, vaak Via Romea genaamd. Maar omdat de naam Via Francigena nu zo bekend is, worden zelfs verbinding uit Zwitserland nu Via Francigena Lucmania etc. genoemd. Al loopt er niet 1 Fransman over.