Na het Meer van Geneve de Alpen in!

12 juli 2018 - Martigny, Zwitserland

Zondagavond 8 juli kwamen we na een ritje met de metro door Lausanne vrij laat aan in het Jeunotel, de jeugdherberg waar je nog voor een redelijke prijs kon overnachten, wat heet 170 Zwitserse francs voor twee nachten, dat is ruim € 150. Lausanne is een boeiende stad, waar we nog nooit geweest waren, dus een goede reden voor weer een rustdag na drie dagen wandelen. Na de perikelen van Johanna met haar linkervoet hebben we besloten tot nader order af te stappen van het oude schema van een rustdag per week, maar voorzichtigheidshalve na elke drie wandeldagen een rustdag in te lassen. Fysiek hebben we onze rust nodig, we gaan steeds vroeg naar bed, zo ook nu. 

Maandagochtend worden we zonder wekker allebei pas na achten wakker. Het wassen van de kleding, en het regelen van logies voor de komende dagen vergde weer veel tijd, tot in het begin van de middag. Ook is er tijd nodig voor de verzorging, in Besancon was dat de kapper, in Pontarlier de pedicure, en vandaag is mijn rechterschoen aan de beurt. Aan weerskanten is  er een draadje los, en de openingen worden steeds groter. Als dat zo doorgaat halen de schoenen Rome niet! Zoiets is me in Indonesie ook al eens overkomen, en ik moet of een schoenhersteller vinden, of de Outdoorwinkel in Roosendaal bellen mij een nieuw paar schoenen op te sturen naar een nader te bepalen stad op de route. Het is altijd een uitkomst in elke plaats waar je bent via Google Maps een geschikte zaak te vinden. Zo komen we in het gezellige drukke centrum van Lausanne terecht bij Mister Minit. Ik vraag bescheiden of deze Mister iets met mijn schoen kan, en jawel hoor, ik krijg een recuutje en over 15 Minits kan ik de schoen weer ophalen. Alle gaten zijn gedicht! Wie weet haalt de schoen Rome nog. In de hitte slenteren we nog wat door Lausanne, voor museumbezoek is het te laat, en dat doet ons verlangen naar een terrasje. Dat vinden we onder de boog van een dubbele spoorbrug van een metrostation. Daar zitten allemaal jonge mensen Happy Hour te vieren, als gasten van een jeugdherberg voelen wij ons hier natuurlijk onmiddellijk thuis. We genieten van het trekgedrag van menselijke wezens en van ons goede gesprek, en nadat we een bakje pinda’s voorgezet hebben gekregen, bestellen we een tweede drankje. Ineens moet ik veel meer betalen! De barmedewerkster legt mij uit dat  het Happy Hour voorbij is, dus nu gelden weer de normale exorbitante Zwitserse prijzen. Daarom kregen we natuurlijk pinda’s, om te voorkomen dat we na het Happy Hour meteen de benen zouden nemen! We gaan terug naar de jeugdherberg, want we hebben ontdekt dat je daar voor CHF 11,40 per persoon een eenvoudige doch voedzame warme maaltijd kunt krijgen, en dat is ongeveer een kwart van wat je in Zwitserland normaal gesproken kwijt bent voor een maaltijd.

Dinsdagochtend 10 juli gaan we dan echt het Meer van Geneve verkennen. met de metro naar het hooggelegen terras van gisteren vlakbij de kathedraal, en nu echt door kilometers buitenwijken afzakken naar de oever van het meer. Het wordt vandaag een warme dag, en we moeten vanaf het startpunt 32,5 kilometer lopen. In de ochtend is het lekker koel, we zien mooie vergezichten, maar ook watervogels die genieten van hun rust, voordat deze door badgasten en ander volk later op de dag zal worden verstoord. Ik neem veel foto’s vandaag en de volgende dagen. Op de blog laat ik deze voor zichzelf  spreken.

Het is even schrikken als we weer een stukje langs de weg moeten lopen en een politieauto zien staan. Het blijkt dat kort tevoren twee auto’s op elkaar zijn gebotst, waarbij de voorste voluit op een muurtje is geknald. De brokstukken ervan liggen wijd verspreid. Een voorbijkomende fietser wijst ons er op wat er had kunnen gebeuren als wij daar op het moment van de aanrijding hadden gelopen of, erger nog, hij daar op dat moment had gefietst! Johanna vindt dat je bij dat soort gevaren maar niet te lang moet stilstaan, maar op mij maakt het toch wel indruk. We steken na een tijdje de weg over, en trekken de wijngaarden in. In een woord geweldig, ook al moeten we af en toe omhoog. Niet alleen hebben we zo een goed uitzicht over het meer, maar ook genieten we van de wijngaarden om ons heen en het werk dat er volop aan de gang is. In Frankrijk, bijvoorbeeld in de Champagne, zagen we veel machinaal werk tussen de wijnstruiken, hier zijn de hellingen vaak dermate steil, dat het knippen van de struiken (die in dit seizoen soms wel 19 cm per dag blijken te kunnen groeien!) nog met de hand moet gebeuren, met een doodgewone heggenschaar. In Vevey komen we weer aan de oever van het meer. Bij een cola en een thee trekken we onze schoenen uit om de voeten wat verkoeling en vrijheid te geven. Voor Johanna een goede reden de linkervoet weer even wat te masseren. Verder lopend zien we dat in alle gemeenten aan het meer veel zorg besteed wordt door de plantsoenendiensten aan het groen en aan de bloemen. Een lust voor het oog! Langs het water zien we de gebruikelijke taferelen die ons ook doen denken aan de Cote d’Azur, of onze eigen kust op een warme dag. Spelende en spetterende kinderen, pootje baden, picknicken en zonnebaden. Tot we bij Montreux komen! Daar is toevallig deze week net het Jazzfestival aan de gang, dat heel veel mensen trekt. We stoppen even bij een big band, die Zuidamerikaanse muziek speelt, en ook Beatles-repertoire. Ik zal proberen een video hiervan op de blog te krijgen, als het lukt hoor ik graag een reactie! Ook gaan we even zitten bij een ijskraam, we genieten van ons eigen ijsje, maar ook van hoe kleine kinderen een ijsje wegwerken. Verder blijven we in Montreux niet te lang hangen, want onze voeten herinneren ons er aan dat we al 27 km hebben gelopen en nog minstens 5 voor de boeg hebben. We passeren nog een kasteel, het Chateau de Chilon, en bereiken om tegen half zeven ons logeeradres in Villeneuve in de uiterste zuidoosthoek van het banaanvormige Meer van Genève. We zijn te gast bij mevrouw Rita Marzio, een weduwe op leeftijd die oorspronkelijk uit het Italiaanse Aosta-dal komt. Bij mij kan ze niet meer stuk door niet alleen Johanna een glas water, maar ook mij een ijskoud biertje aan te bieden!

Woensdagochtend 11 juli verlaten we alweer het Meer van Geneve. Nog een laatste blik op de watervlakte, en dan gaan we de vlakke trechter in, het Rhonedal, waar we gisteren de hele dag op gekeken hebben. Ook hier kijken we onze ogen uit! Bij een vroege koffie in een dorpje besluiten we een rustdag op te gaan nemen in Martigny, het laatste station voordat we het hooggebergte ingaan. We willen oppassen dat Johanna haar voet gaat forceren. Het gaat wel goed, eigenlijk steeds beter, maar af en toe heeft ze nog wel een pijnstiller nodig. 

Zo lopen we woensdag langs en door wijngaarden, en geflankeerd door drukke en minder drukke verkeerswegen, door spoorwegen en door de hier snel stromende Rhone, met af en toe een klimmetje, en mooie dorpen passerend, naar Saint-Maurice, waar we te gast zijn in de Hotellerie Franciscaine, het gastenverblijf van de Franciscaanse abdij. Een viersterrenhotel doet hier niet voor onder, en we krijgen een goedkope warme maaltijd aan een groepstafel, en dat levert leuke gesprekken op, zoals met een van een operatie herstellende priester uit Basel, en een Frans-Engels archeologenechtpaar uit Oxford, dat nog steeds vurig hoopt dat de Brexit zal worden afgeblazen.

Donderdag 12 juli gaan we eerst de abdijkerk van Saint-Maurice bekijken, die in het teken staat van verering van martelaars. De kerk ligt op korte afstand van een honderden meters hoge rots. Indruk maakt een vermelding, dat deze kerk is gebouwd, nadat in 1611 een ingestort stuk rots de vorige kerk volledig had verwoest. Het doet ons ineens denken aan een verbodsbord dat we gisteren hadden genegeerd op een weg langs een rots, waarbij op het wegdek hier en daar nog steenresten lagen. Het zal je maar gebeuren! 

johanna heeft pijn, maar een pijnstiller doet wonderen, we hoeven vandaag maar 17 kilometer, en morgen hebben we vrij. Zo klimmen we naar een drempel in het dal, en een stuk hoger aangekomen, ligt een vlak, maar weer smaller dal voor ons in zuidelijke richting. Rondom ons heen liggen de Dents (tanden) van 2.000 meter en hoger. Dat is niet niks want ooit waren we al diep onder de indruk toen we jaren geleden eens met vrienden in de buurt van de Mont-Ventoux gingen wandelen door de Dentelles (tandjes). Onvergetelijk was die wandeling, en als je dan nu bedenkt dat wij straks op 2.400 m hopen te gaan lopen?! Het begint te waaien. In de rug, dus vanuit het noorden komt een harde wind die vanaf het Meer van Geneve de trechter in blaast. Langs de verkeersweg (want veel breedte is er niet meer in het dal) gaat het pad een stukje lager in een soort gleuf richting Martigny. Johanna en ik worden er zowat ingeblazen met rugzak en al, en zo zijn de laatste kilometer licht tot aan het Place Central, op een terrasje met een thee en een glas Affligem.

Foto’s

3 Reacties

  1. Marjo:
    13 juli 2018
    Wat een geweldig reis-avontuur hebben jullie.
    Dat is toch echt het leven.
    Top hoor
  2. Wim Jacobs:
    13 juli 2018
    Johanna en Arie het gaat goed.
    Hier begint volgende week de 4 Daagse .
    Zoals gezegd Zwitserland is schitterend maar het blijven centenpikkers.
  3. Bernard en lia:
    20 juli 2018
    Arie wat is het een hele leuke blog over jullie voetreis. Heel boeiend om te lezen. En dan die behoorlijke klim naar 2400 meter. Pfff. Geniet van de temperatuur, het koude water in de beekjes voor johannas linkervoet, de vergezichten, de goede gesprekken onderweg enz. Met een hartelijke groet van Bernard en Lia