Omnes viae Romam perducunt

4 juli 2018 - Pontarlier, Frankrijk

Alle wegen leiden naar Rome. Dit Latijnse spreekwoord, dat Johanna en ik nog kenden van onze gymnasiumopleiding, stond pardoes op een verkeerspaal geplakt vlakbij de waterkrachtcentrale voorbij Mouthier-Haute-Pierre. We hadden in dat mooie, tegen een bergwand aangeplakte dorp overnacht na onze eerste wandeldag dinsdag 3 juli vanaf de camping in Ornans.

Na ruim een week hadden we ‘s morgens de tent ingepakt en bij mij in de rugzak gedaan. Dat vergde enige onderhandeling met Johanna. Zouden mijn knieen dat wel weer aankunnen na de vervelende ervaring aan het begin van onze tocht? Ik vond van wel, en als compromis wilde Johanna dan in elk geval de hamer in haar rugzak. Waarom snap ik niet helemaal, zeker om terug te kunnen slaan als ze onderweg de man met de hamer tegenkomt... We namen hartelijk afscheid van onze buren van Rent-a-Tent, die de hele zomer een stuk of tien tenten beheren voor Nederlandse vakantiegangers die, anders dan wij, te lui zijn om zelf hun eigen tent te vervoeren. Daarna koffie met croissant en afscheid van de vrolijke serveerster van het campingrestaurant, die het dapper van ons vond dat we helemaal naar Rome lopen, en ons gewoontegetrouw net als alle vertrekkende campinggasten toch een ‘bon retour’ wenste, en dat was nou juist niet de bedoeling geweest! 

En daar gingen we, stroomopwaarts langs de rivier de Loue in zuidoostelijke richting. Wij liepen rechts, langs de linkeroever dus, terwijl aan de andere oever de drukke D67 ligt, die we over mooie vlakke paden dus konden vermijden tot een paar kilometer voor onze bestemming van de dag, Mouthier-Haute-Pierre. Toen we de rivier overstaken voor de laatste kilometers langs de D67, was er de keuze om langs een rustig pad boven over te lopen. Johanna wilden haar voeten wel eens op een klimmend parcours testen. Maar ja, in een smal dal bestaat het risico dat een alternatieve weg je te letterlijk tot grote hoogten brengt, zo ook hier. Naar beneden kijkend zagen we uiteindelijk Mouthier liggen, blakend in de zon. Toen bleek het voordeel van hoog lopen, want we konden relaxed dalen naar onze etappeplaats, naar een welverdiend drankje op een terras tegenover de kerk en de Mairie. En de linkervoet van Johanna? Die had zich tijdens deze tweede wandeldag keurig gehouden.

Omnes viae Romam perducunt. Alle wegen leiden naar Rome. Waarom stond woensdagmorgen na vertrek uit Mouthier-Haute-Pierre nu juist dat spreekwoord bij de electriciteitscentrale waar het water door buizen met een diameter van 1.40 m naar beneden viel om even zo grote schoepen als dynamo’s in beweging te brengen? We keken omhoog en zagen het antwoord: een steile rotswand van zeker 200 m hoog lag voor ons, en de Loue was veranderd van een kabbelende rivier in een aaneenschakeling van oorverdovende watervallen.  En daarlangs liep een smal paadje omhoog, het kon niet missen, want de gele pijl van de Via Francigena (VF) liet ons geen keuze. Omnes viae Romam perducunt, gevoel voor humor kun je die Romeinen niet ontzeggen!

Voor ons lag een klauterpad, smal, hier en daar steil, met veel boomwortels waar je je soms met handen en voeten aan kon optrekken, maar waarbij je ook moest oppassen er niet over te struikelen. Ook waren er hier en daar balustrades en kabels aan de rotsen bevestigd, maar soms stonden er paaltjes met een gat er in, ten teken dat er in het verleden een koord was geweest met het doel je voor een val te behoeden. Voor extra spanning zorgde af en toe een waarschuwingsbord dat aangaf dat je niet te dicht bij de rivier moest komen, omdat er wel eens plotseling extra water doorgelaten wordt vanuit het bovengelegen stuwmeer.  Nee, deze weg naar Rome kwam niet voor in het boekje van Ben Teunissen! Maar mooi was het wel! En we hadden geen tijd om vermoeidheid van het klimmen te voelen. Bij de hoogste en mooiste waterval, de Grand Saut, gingen we op een richel in een inham van een rotswand zitten om een appeltje te verorberen, onderwijl onze rugzakken langs de rand neerzettend. De apotheose kwam, toen we na de stuwdam bij de ‘Source de la Loue’ aankwamen. Met donderend geraas kwam een brede waterval uit een gat in een hoge rots naar ons toe. Onzichtbaar had de rivier zich dus ondergronds in het binnenste van de rots gevormd.

Tijdens het klimmen had ik moeten denken aan een verhaal uit het boek De Acht Bergen waar ik eerder over schreef. Toen de hoofdpersoon Pietro nog een kind was, wandelden zijn vader en hij samen langs een bergriviertje, en zijn vader vroeg hem: ‘Als waar we nu staan het heden is, welk deel van de rivier is dan de toekomst?’ De jongen had geantwoord dat het water dat voorbijstroomt de berg achter zich laat, zodat de toekomst stroomafwaarts ligt. ‘Gelukkig niet’, had de vader geantwoord. In later jaren had de jongen ontdekt dat, net als bij vissen die stroomopwaarts zwemmen om voedsel te vangen, het water dat je voorbij gestroomd is niet interessant meer is, maar wel het water dat van boven naar je toekomt met de verrassingen en gevaren die dat voor je in petto heeft. Zo liepen wij vol verwachting van wat er nu weer voor moois te zien was stroomopwaarts naar de toekomst, tot het uiteindelijke hoogtepunt van de rivier die uit de berg stroomde.

Van de Source de la Loue liepen wij, nog steeds klimmend, naar de aansluiting met de route van Teunissen, om het maar zo te noemen. We hadden die anderhalve week geleden moeten verlaten vanwege de problemen met het vinden van logies, waardoor we in Foucherans terechtgekomen waren, en later, eerst nog met de taxi, in Ornans. Zonder het te beseffen waren we zo op de GR-route van de Via Francigena, en die had ons door de kloof naar de oorsprong van de rivier de Loue gevoerd. Eenmaal op de route, was het toch nog zo’n 12 kilometer te gaan naar Pontarlier. Op de hoogvlakte (ongeveer 800 m) was het warm. Johanna hield het goed vol, maar vond het wel prettig om tijdens een rust even de linkerschoen uit te doen. Omdat de GPS in de kloof niet gewerkt had, hebben we geen idee hoeveel kilometer we gelopen hebben, maar het was zeker meer dan 20 kilometer.

Moe, maar voldaan bereikten we net voor half zes de jeugdherberg in Pontarlier. Geen camping dit keer, want we hadden onderweg gehoord dat het gisternacht gespookt had hier, met ondergelopen huizen en winkels en al. En voor de komende dagen was ook regen en onweer voorspeld. Dus deze keer maar geen tent. Niet alleen alle wegen, maar ook alle onderdakadressen leiden tenslotte naar Rome!

Foto’s

4 Reacties

  1. Wim Jacobs:
    5 juli 2018
    Goed zeg . Fijn dat jullie blessures nu over zijn. Van dit verhaal word ik een beetje jaloers , want daar zou ik ook wel willen zijn. Wel in een goed bed na een lekker glas wijn.
  2. Lcbm van liebergen:
    5 juli 2018
    wist helemaal niet- eigenlijk wel- dat ik over deze blog kon/kan beschikken. Ga het nu, met behulp van Sil, wel proberen te volgen. Ik zweet al bij het lezen van jullie strappatsen in de voetsporen van al die verdoemden, dapperen en roekelozen. Wel knap. Op naar de volgende hindernissen en de moed hen te overwinnen
  3. Elly Munsters:
    5 juli 2018
    Mooi weer ook.
    Jullie zijn weer goed op weg.
    Succes met je voet Johanna.
    groetjes,
    Elly
  4. Theo Tromp:
    6 juli 2018
    Geweldig dat jullie weer op pad konden en het is een genot om jullie perikelen te lezen.
    Bon Route