De Oversteek (bis)

3 augustus 2018 - Piacenza, Italië

Voordat we woensdag 1 augustus vertrekken uit het Hospitium ‘Ad Padum’ (bij de Po) in Corte Sant’Andrea, moeten we de informatie die we gisteravond van Giovanni gekregen hadden even verwerken. Hij had gekscherend gezegd dat Corte Sant’Andrea het centrum van de wereld is, omdat hier twee grote pelgrimsroutes samenkomen, de Via Francigena di Sigerico, de route die wij lopen, en de Via Francigena Renana, die zoals op een kaart aan de wand te zien was (foto op mijn vorige blog) loopt van Rotterdam, Nijmegen en verder langs de Rijn, tot deze zich via Milaan in Corte Sant’Andrea samenvoegt met de Via Francigena van Sigeric. Zoals volger Titia dus eerder terecht al opmerkte, zijn er inderdaad meerdere routes met de naam Via Francigena, en zag ik op de kaart tenminste ook een Via Romaea, namelijk de Germanica, die zich vanuit Duitsland via Oostenrijk en de Brennerpas meer oostelijk naar Rome beweegt. Nu is vorig jaar Johanna’s broer Gerard per fiets met enkele maten naar Rome gepelgrimeerd, en wij hadden begrepen dat die ook langs de Rijn waren aangereden. Mocht Gerard de blog lezen, dan zijn wij benieuwd te horen of zijn vrienden en hij ook in Corte Sant’Andrea zijn geweest, hier de Po zijn overgestoken, en vanaf hier ook de klassieke Via Francigena hebben gevolgd.

Met de veerman Danielo Parisi, hebben wij de afspraak gemaakt dat hij ons om 9.00 uur zal overzetten. Dat vindt hij zelf aan de late kant, en wij nu ook, maar wisten wij veel, dat wij geen vier kilometer zouden hoeven lopen vanaf ons eerst geplande logeeradres in Senna Lodigiana!? Samen met een aardig Italiaans stel, Daniela en Guido, die we al een paar dagen achter elkaar tegenkomen in Ostello’s, zijn we al even over achten op de aanlegsteiger, en genieten van de rivier de Po die hier heel breed is en rustig maar redelijk snel voorbijstroomt En helaas ook een beetje vervuild. Later zouden we horen, dat Sigeric destijds op deze plaats met een bootje kon oversteken omdat op dit deel van de rivier de stroomsnelheid maar de helft is van de normale snelheid. En het is stil, oorverdovend stil! Even over half negen zien we in de verte de Guado, de speedboot aankomen. Een poosje later komen er nog drie mensen bij, twee giechelende jonge meiden, en een man alleen, allemaal Italianen behalve ons. Het blijkt een topdag voor Danielo, normaal gesproken gaan er ‘s morgens maar 2 a 3 mensen mee. Door een stille wereld, met prachtige vergezichten op de Po, varen we zo’n 5 kilometer naar een aanlegsteiger in een inham aan de andere kant (zie de video op de blog). We dachten bij het uitstappen van de boot (oef, zei iemand tegen mij, wat is jouw rugzak zwaar), dat dit het was, een besparing van 25 loopkilometers naar de dichtstbijzijnde brug in de buurt van Piacenza. De gemoedelijke Danielo kwam nu pas in zijn element! ‘Cultura!’ riep hij, terwijl hij een aanwijsstok pakte en voor de groep ging staan bij een zuil met een beeltenis van Sigeric er op. Daar vertelde hij het verhaal van Sigeric, waar ik niet veel van meekreeg. Soms keek hij onze kant uit en vroeg hij ‘Olandesi capito?’ Si, zeiden wij, en hij ging weer verder. Hij pakte een doek en wreef onderaan de zuil twee stenen schoon. Op de ene stond een ingesleten voetafdruk, en hij wilde ons doen geloven dat die van Sigeric was. Grote hilariteit toen ik met gebarentaal liet weten dat de voetafdruk vermoedelijk van hemzelf was. Op de andere steen stond een vis afgebeeld; dit was volgens hem een codeteken waarmee in de Romeinse tijd mensen aan elkaar lieten weten dat zij als Christenen aan elkaar waren verbonden. Dat geloofde ik wel, bij ons zie je dat symbool ook wel als sticker op auto’s. Maar of dat symbool nou ook nog voor Sigeric gold, vele eeuwen nadat het christendom ook bij de Romeinen de officiele godsdienst was geworden, dat heb ik maar niet gevraagd. Was toch niet gelukt gezien de taalbarriere. Ontroerend was het om het enthousiasme te zien waarmee deze Guado di Sigerico, zoals hij zich noemt, opgaat in zijn werk om pelgrims over te zetten en te vermaken. Een topdag met zeven mensen, die ieder een tientje moesten betalen, waar moet deze goedzak in vredesnaam van leven? Het was nog niet over. We kregen allemaal een prachtig stempel in ons pelgrimspaspoort en een mooi kaartje met een pelgrimsgebed bij de oversteek. Inmiddels in de tuin van zijn huis, dat ook een Ostello voor overnachtingen blijkt te zijn, kwam een enorm groot en dik boek op tafel, met alle gegevens van pelgrims, vanaf 2016. Johanna en ik waren nummer 876 en 877 in zijn logboek. Ieder moest persoonlijk, alsof het een akte van de burgerlijke stand betrof, achter het Gouden Boek plaatsnemen en zijn of haar gegevens invullen. Het bleek dat hij daar een mooi statistisch overzicht van maakt dat Johanna wilde meenemen, maar die vlieger ging niet op! Zo namen we hartelijk, ook de mannen, met een kus afscheid van weer een gek die zijn levensvulling heeft gemaakt van Sigeric!

Na de oversteek ging ieder zijns weegs. Wij lopen het snelst van allemaal, maar pauzeren ook het meest. Dus na het passeren van het barretje in het eerstvolgende dorp lagen wij achter op alle anderen. Maar wij hadden een plan! Volgens het routeboek kon je, na de vervelende asfaltweg met hardrijdende auto’s, een stuk afsnijden en een volgende drukke weg vermijden door de rivier de Trebbia al wandelend over te steken door de bedding heen, mits duidelijk was dat de rivier droog was. We verheugden ons al op de verbaasde gezichten als wij al hoog en breed in Piacenza zouden zijn, en dan de anderen aan zouden komen, vermoeid van het lopen langs weer een drukke verkeersweg! Bij de rivierbedding aangekomen stond eerst een slagboom, met een sticker dat we ons op de route naar Jeruzalem bevonden. Dat kon dus niet missen. Honderd meter verder zagen we al geen pad meer maar een steile helling van 4 meter naar de rivierbedding. Glijdend met de rugzakken over gloeiend hete keien schoven we naar beneden. Een fascinerend veld lag voor ons, vlak, met een plaat van gedroogd slib met keien. Rechts van ons was nog een meertje waar wat watervogels zaten, en even verder, haha, een brug met druk verkeer, waar wij onze collega-pelgrims in gedachten zagen voortploeteren. In no time waren we aan de overkant, een gevoel krijgend als van Mozes destijds door de Rode Zee. Er was aan de overkant wel meer struikgewas, en riet van 3 meter hoog, maar weldra verwachtten we de dijk weer te kunnen opklauteren. Had ik nu maar iets beter op het kaartje van Maps with me gekeken, want er was nog een tweede watergang, een beekje dat ongeveer honderd meter naar links overging in de rivier. Na een hoop geploeter door het riet heen, kwamen we aan een klein dijkje, en daar achter stroomde ineens nog dat beekje. Wel niet breed, maar wel snelstromend. Door het riet opzij zoeken naar een makkelijke oversteekplek was geen optie, dus of terug, of rechtdoor moesten we. We besloten de schoenen en sokken uit te trekken en aan de rugzakken te binden, de crocs aan te trekken, en zo het beekje door te waden naar het struikgewas aan de overkant. Dat ging allemaal goed, ik stond al op de kant, en Johanna moest nog maar een been uit het water op de kant trekken. Plotseling, een kreet: ‘Arie, help, ik ben een van mijn crocs kwijt! Daar gaat-ie, met de stroom mee!’ Ik aarzelde geen moment, wierp mijn rugzak op de grond, en ging het water weer in. Ik snelde door het beekje stroomafwaarts en al gauw haalde ik de croc van Johanna in en redde zo haar verloren gewaande schoeisel. Toen we, eenmaal veilig op de rivierdijk, onder de schaduw van het struikgewas onze lunch zaten op te peuzelen en ik, met het oog op de blog, bovenstaande beschrijving van mijn heldhaftig optreden formuleerde, maakte Johanna bezwaar dat ik zat op te scheppen. Het had een eeuwigheid geduurd voordat ik eindelijk het water in was gegaan en het was puur geluk geweest dat de croc was blijven steken door een overhangende tak, waardoor het een makkie was geweest deze nog te achterhalen. 

Al met al waren we door deze tweede oversteek natuurlijk veel extra tijd kwijtgeraakt,. De moraal van dit verhaal: de kortste weg is misschien wel niet de slimste, maar soms wel de meest avontuurlijke! Johanna’s broer Wim attendeerde ons via de app op een nieuw televisieprogramma ‘Laat mij maar lopen!’ Over pelgrimeren. De toelichting van de programmamaakster bij dit programma werkte op onze lachspieren. “Het grootste inzicht dat ze zelf kreeg tijdens het lopen, was een gevoel van rust en vertrouwen. ‘Drie weken volg je bijna blindelings een route. Je vertrouwt erop dat het wel goed komt. Het is dat gevoel dat ik nu, in het huidige leven, soms weer probeer op te zoeken. Die rust in je hoofd, het je niet druk maken ergens om, daar grijp ik graag naar terug. En dat gun ik iedereen’.

Hahaha. Onze ervaring met pelgrimeren is juist tegengesteld. De hele dag door keuzes maken, soms verkeerde, hoewel de hoofdlijnen vastliggen. Je doet hetzelfde als in het gewone leven. Maar door zo met je tocht, de route en de bestemming van deze of de volgende dag bezig te zijn, vergeet je de beslommeringen van het gewone leven voor een tijdje. Je leert relativeren, en dan kom je er achter dat de zekerheden van de Via Francigena, van de Weg van de Franken, van het routeboekje van Teunissen, van de app Maps with me, en van de bebording, maar heel betrekkelijk zijn, en dat je verantwoordelijk bent voor je eigen keuzes, ook de foute. Ik kan niet wachten tot we straks thuis via Uitzending Gemist dit zoveelste modieuze pelgrimsprogramma kunnen gaan bekijken!

Foto’s

1 Reactie

  1. Elly Munsters:
    7 augustus 2018
    Geweldig allemaal! (grappig ook)