Geen tendinitis, maar tent-die-niet-is

5 juli 2018 - Jougne, Frankrijk

Na de rustperiode vanwege de tendinitis (peesontsteking) bij Johanna in de linkervoet, hebben we van maandag tot en met woensdag drie dagen gewandeld. Vooral de etappe van woensdag, door de kloof klimmen naar de Source de la Loue, en daarna nog een flink stuk stijgen en dalen tot aan Pontarlier in het hart van de Jura, was niet mis. Eenmaal in de jeugdherberg van Pontarlier aangekomen, besloten we donderdag een rustdag te nemen. Dan kon Johanna goed zien hoe ze recupereren zou van drie wandeldagen.

Een extra reden om juist in Pontarlier een dagje te blijven, is dat we deze stad, op ruim 800 meter gelegen de een na hoogste stad van Frankrijk, nog goed kennen van vorig jaar, en er goede herinneringen aan hebben. Vorig jaar liepen we namelijk met een groep van de organisatie Op Stoute Schoenen onder leiding van Leon Hermans twee weken op de GR5 (die we daarvoor op eigen houtje al vanaf Hoek van Holland hadden gelopen) tot aan Nyon aan het Meer van Geneve. Onze goede ervaringen in de Jura, gevoegd bij de geslaagde uitdagingen een maand later op het bergachtige IJsland, hadden ons de moed gegeven de stoute schoenen aan te trekken voor de grote tocht waar we nu mee bezig zijn. Ook vorig jaar hadden we een leuke rustdag gehad in Pontarlier, al was het weer vandaag natter dan toen. 

Pontarlier, dat in de reisboekjes horlogestad wordt genoemd, heeft vooral eind negentiende eeuw een welvarende tijd gehad, en dat zie je terug aan de redelijk goed onderhouden bebouwing in het centrum. In Pontarlier werd namelijk absinth gemaakt, een destijds populair, zeer sterk alcoholisch drankje. Begin 20e eeuw is deze drank door de overheid verboden in veel landen, vanwege de bedreiging voor de volksgezondheid. Economisch betekende dat een klap voor de stad, maar men heeft compensatie gevonden door over te gaan op het maken van anijsdranken. Zo zie je in de streek nog de naam Pernod op oude fabrieksgebouwen staan. De pastis van Pernod en andere merken zijn in Frankrijk het nationale aperitief: een bodempje Pernod (dat woord kennen we zelfs in de Nederlandse taal, uit het liedje ‘Een pikketanussie’ van Johnny Jordaan), dan een paar ijsblokjes, en vervolgens af en toe bijvullen met een beetje water.

We waren niet de enigen in de jeugdherberg. Er waren ongeveer 100 schoolkinderen die met hun leerkrachten op reis waren voor drie dagen. Een gekakel en gekwetter van jewelste, maar om 10 uur ‘s avonds kwamen ze muisstil terug van een groepsbijeenkomst, en we hebben ze niet meer gehoord. Donderdagmorgen, we zaten net aan het ontbijt, kwamen ze in rijen van twee de ontbijtzaal ingemarcheerd, en was het gezellig ze aan het ontbijt bezig te zien, ieder keurig op de beurt wachtend. Er hoorden zo’n zeven leerkrachten bij, die kennelijk zelf al ontbeten hadden, want het enige wat ze deden was langs de kant hun eigen groep te observeren en af en toe een aanwijzing te geven.

Het werd een drukke rustdag. Ik had ontdekt dat er op een paar honderd meter van de jeugdherberg een pedicure was gevestigd. Een keer in de 7 a 8 weken laat ik mijn voeten behandelen, dus was het inmiddels tijd voor de volgende behandeling van mijn geteisterde voeten. Ik had geen succes zo vlakbij, maar een collega uit een buitenwijk zou vanmiddag tijd voor mij hebben. Daar moesten we dan wel met de bus naartoe. Zo was de dag wel gevuld, met ’s morgens een bezoek aan de wasserette, waarbij alles gewassen moest worden, inclusief de broekspijpen van de broek die ik aanhad, zodat ik vandaag met melkflessen over straat moest. En we hadden tijd voor een goed en indringend gesprek over het gewicht van onze bagage.

Want het was dinsdag allemaal wel goed gegaan tijdens de wandeling, maar moeten we niet eens gaan denken aan de risico’s, nu we na een blessure zo blij zijn dat we de draad weer konden oppakken. Ik wilde niet meer dat Johanna nog langer de tent zou dragen, maar als ik heel eerlijk ben, voelde ik aan het eind van onze tweede wandeldag met de tent op mijn rug, weer precies op welke plek ik destijds op weg naar Guines pijn in mijn knie had gekregen. We moeten de Alpen nog over, dat is best zwaar, en we hebben van Ben Teunissen in een reactie op mijn blog gehoord, dat eenmaal in Italie er voldoende logies te vinden is buiten campings om. Als we risico’s willen beperken is het misschien nu het moment om de knoop door te hakken.

Zo namen we met pijn in het hart afscheid van de tent. We vroegen in de supermarkt van Colruyt om een passende lege doos, en een aardige winkelbediende die de vakken aan het vullen was, maakte de doos leeg in de maat die we nodig hadden. Bij Colruyt hadden ze ook tape om de doos dicht te maken, en zo hebben we de tent, de hamer, en mijn luchtbed ingepakt en bij het postkantoor, honderd meter van de jeugdherberg, ingeleverd. We hadden besloten de tent te verzenden naar onze buurvrouw Gerrie, die samen met zoon Marco altijd zo goed op ons huis past als wij verre wandelingen aan het maken zijn. Toen we de doos op de balie neerzetten schrokken we pas echt. De weegschaal gaf aan dat het pakket 4.624 gram woog. De postbeambte moest ons helpen aan een ander loket, en hoopvol legden we de doos met de tent op een andere weegschaal. Wederom was het gewicht 4.624 gram. Oei, en wij onszelf maar wijsmaken dat de tent niet meer dan twee kilo weegt!

Zo zijn we niet alleen de tendinitis van Johanna kwijtgeraakt, maar ook de tent-die-niet-is! Het verlies aan gewicht van de tent zal hopelijk de kans verhogen dat wij uiteindelijk Rome zullen bereiken. Maar het is een verlies in dubbel opzicht. Het was tijdens onze pelgrimstocht een genot om samen in ons tentje te overnachten, in ‘onze‘ twee vierkante meter, met een mate van privacy waar geen hotel, gite of jeugdherberg tegen op kon. En als er eens buren op een camping ons uit de slaap hielden, zodra wij een keer sliepen, zaagden wij hele bossen om en kregen onze luidruchtige buren een koekje van eigen deeg, niemand die er ooit iets van zei.

Zo markeert voor ons Pontarlier een welbestede rustdag, die weliswaar het einde van het kamperen betekent, maar ook het perspectief van het verlies aan bagage voor het vervolg van onze pelgrimstocht.

Foto’s

5 Reacties

  1. Wim Jacobs:
    7 juli 2018
    Johanna en Arie een goede beslissing . Dat zal beter gaan . Lekker binnen slapen en het gewicht weg . Ongevraagde tip : proef de geoxygeneerde wijn en ook de vin jaune bij jullie .
  2. Wim Jacobs:
    7 juli 2018
    Ik bedoel geoxideerde wijn . Maar die is daar dus niet fout . Oude methode
  3. Mia:
    7 juli 2018
    Jullie gaan verlicht verder. Goed dat jullie ook naar adviezen van jullie volgers luisteren.
  4. Ineke van 't Hullenaar:
    7 juli 2018
    Sluit me helemaal aan bij mijn collega. Je van ballast ontdoen lijkt me ook iets wat goed bij een pelgrim past..
  5. Bert Kandel:
    8 juli 2018
    Goed besluit!ik wandelde gisteren met 20 tochtgenoten op de 60e verjaardag van Andrea van haar geboortehuis in Utrecht langs de Kromme Rijn naar haar huis in Driebergen.21 prachtige kms.Andrea laat jullie groeten,Bert