Omhoog door het moeras

19 augustus 2019 - Eggkleiva, Noorwegen

Maandag 19 augustus 2019

Bij vertrek namen we vanmorgen afscheid van Sissel en Kari, de Noorse medepelgrims die we de laatste dagen goed hadden leren kennen. Het zijn twee oude schoolvriendinnen, begin 70, naar eigen zeggen gedwongen gepensioneerd, maar nog zeer actief in vrijwilligerswerk, de een met taalonderwijs voor allochtonen en de ander met de internationale organisatie Vrouwen voor Vrede. De een woont in Hamar en de ander in Brumunddal. In dat laatste dorp woont die dominee in wiens Hof van Eden wij (zonder douche) hebben verbleven. Zij kennen dit gezin, ze moesten lachen bij ons verhaal. Sissel vertelde trots dat wij even verder, bij het kerkje van Veldre de boerderij moeten hebben gepasseerd waar zij is opgegroeid, die zit nog steeds in de familie. Zo zie je maar hoe klein de wereld is! Omdat zij steeds niet meer dan vier of vijf dagen achtereen lopen, ze zijn al in 2011 met dit traject begonnen, bewaren ze het slot voor volgend jaar, en gaan ze vandaag terug naar huis. We bevelen ze aan daarna eens te denken aan het Pieterpad door Nederland.

Vandaag gaan we door een veenmoeras. Tot onze verrassing worden we een bos in geleid met klauterpaden, met boomwortels en zo. We komen terecht bij een hooggelegen meertje, en gaan daar even langs het water zitten op boomstammen die voor ons in de vorm van stoelen zijn gezaagd. We genieten van de stilte, en van de weerspiegeling van de omgeving op het spiegelgladde water dat af en toe kringen krijgt als een vis opspringt op zoek naar insecten vlak boven het wateroppervlak. Mochten we nog twijfelen of de hemel bestaat, nou die is hier!

We gaan verder en moeten weer klimmen, eerst over een grusvei, maar al gauw weer over moeilijke paden. Pas als we helemaal boven zijn, komen we in het veenmoeras, drassig en met zachte ondergrond, en gek genoeg blijven we zelfs nog doorstijgen! Het veen maakt het wandelen zwaar, je voelt de bodem veren, of je op een luchtkussen loopt. Je moet uitkijken dat je niet stapt op een plek waar je voet ineens een etage lager staat. Zoiets voel je meteen aan je sokken! Zo worden die kostelijke nieuwe schoenen wel ingewijd! Op veel plaatsen liggen planken waar je over kunt lopen, maar niet overal. Na een poosje begint het parcours licht te dalen, maar het moeras duurt vele kilometers, in aanmerking genomen dat je snelheid erg laag ligt zo. De omgeving ziet er ruw begroeid uit, veel kale bomen en struiken, maar ook veel verschillende kleuren, groen en roodachtig, grijs ook, en veel frambozenstruiken en bosbessen, en wat denk je van vossenbessen met felrode vruchtjes? Helaas zijn de meeste veenpluisjes, die we op Dovrefjell nog wel zagen, inmiddels uitgebloeid.

Als je in Nederland niet veel meer gewend bent dan de Peel of zo, dan lijkt het raar dat een moeras op de vlakke top van een heuvel kan liggen. Maar in onze herinnering hebben we in Ierland ook wel wandelingen gemaakt waarbij de ondergrond bovenop heuveltjes verend, zompig en drassig is. We herinneren ons nu ook een paar wandelingen in Oost-Belgie, in de Hoge Venen, waar op deze hoogvlakte moerasachtige gebieden liggen waar je je met droge voeten alleen over planken en vlonders kan verplaatsen. Maar bijzonder blijft het, zo’n moeras op hoogte.

Als  we weer vaste grond onder de voeten voelen, gaat het pad verder over smalle bospaden. Het schiet maar niet op, wat doen we lang over die 21 km van vandaag! Wat geeft het, we hebben de tijd! We doen nog maar weer eens de regenhoes om en de regenkleding aan bij een spatje regen, en stomen er weer uit als de zon stralend gaat schijnen. Het weer lijkt wel net zo dromerig als wij geworden te zijn.

Om vier uur naderen we het witte kerkje van Skaun dat beneden ons in een soort kom ligt. We hebben bedden besproken in het parochiehuis dat tegenover de kerk ligt. Het vergt even getelefoneer met en tussen de vrijwilligers van de kerkelijke gemeente, maar na een goed half uur wachten komt er iemand aan om ons binnen te laten. We sjouwen samen met hem stretchers en matrassen uit de kelder naar de gemeenschapsruimte waar we, omringd door bijbelteksten en religieuze afbeeldingen de nacht zullen doorbrengen. De keuken is ons domein, daar brouwt Johanna een heerlijke maaltijd van alle voedsel dat we gedeeltelijk al dagen meesjouwen, maar deels ook net bij de Coop tegenover de kerk hebben gekocht. Hier is namelijk de laatste gelegenheid op onze tocht om je eigen potje te koken. Bloemkoolsoep, pasta met Thaise kip, broccoli en vanillevla met druiven, improviseert Johanna. Heerlijk!! Na de afwas komt een statige lange kerkrentmeester vergezeld van zijn vrouw binnen die ons in de kerk gaat rondleiden. Dat doen ze altijd met pelgrims. Wij zijn de enigen vandaag.

We zijn onder de indruk van de kerk. Deze is gebouwd in 1180 in steen. Aan de vensters te zien zijn de muren wel anderhalve meter dik. Onder dat gewicht is het koor van de kerk in z’n geheel licht scheef gezakt. Jon, zo heet de kerkrentmeester, geeft trots een toelichting op het altaarstuk. Het onderste gedeelte bestaat uit zes panelen die origineel uit de twaalfde eeuw zijn, met allemaal afbeeldingen van gebeurtenissen rondom de geboorte van Jezus. Aarzelend gaat de man vertellen wat het voorstelt, het blijkt dat hij het niet allemaal precies weet, en al gauw neemt Johanna het over en gaat hem uitleggen wat de betekenis is van de panelen. Zij legt uit dat zij deze panelen wel kent vanuit het begin van dat millennium, onder Ottoonse invloeden, de Duitse keizers die Otto I, II en III heetten. “Ja maar, dit is door een Noorse kunstenaar gemaakt, en er zijn er maar drie van in heel Noorwegen.” Johanna legt uit dat dat best met elkaar te rijmen valt, de Ottoonse invloed in de kunst reikte destijds heel ver. De kerkrentmeester gaat verder met zijn verhaal: “Er is nog iets anders met dit altaarstuk: van het paneel links onder, op vloerniveau, zijn grote delen van het schilderwerk onzichtbaar geworden, waarschijnlijk door het gewaad van de (in die tijd katholieke) priester dat er tijdens de bediening van de mis steeds langs schuurde. Daarom weten we niet wat het voorstelt.” De rondleiding gaat verder. De na de reformatie witgepleisterde muren bleken bij een restauratie in 1950 diverse muurschilderingen te verbergen, die deels weer toonbaar zijn gemaakt. Prachtige kunst in de kerk, ook nog een oude Bijbel uit 1700 is in een vitrine te zien! “Heeft u nog vragen?”, vraagt Jon. Johanna wil nog even naar het altaarstuk kijken, en intussen vertel ik Jon maar even dat hij te maken heeft met een kunsthistoricus, gespecialiseerd in kerkgeschiedenis. Als we weer terug achter in de kerk zijn, vertelt Johanna de man wat het zesde paneel links onder waarschijnlijk voorstelt: de vlucht naar Egypte. De man is flabbergasted! “Kijk maar, daar zie je een stuk van een ezel en die figuur erop moet Maria zijn. Ervoor zie je Jozef en die vage figuur daar weer voor is de engel die Jozef influistert dat hij moet gaan vluchten!” We praten nog even en lopen naar de auto van de man en zijn vrouw. Johanna dringt er nogmaals bij hem op aan om eens te kijken naar mogelijke Ottoonse invloeden op dit kunstwerk. “I might consider that”, zegt hij, en we nemen vriendelijk afscheid.

”Gaat-ie niet doen!”, zegt Johanna als we weer terug zijn in de van het koken nog warme keuken. Ze laat me op haar smartphone allerlei voorbeelden zien van Ottoonse afbeeldingen, en inderdaad, het lijkt er wel iets op. Arme trotse kerkrentmeester, wat zal hij er achteraf van denken dat Johanna zo overduidelijk d’r op en d’r over ging?

Foto’s

2 Reacties

  1. Elly de Haan - Verduyn:
    21 augustus 2019
    Waren de vossenbessen ook al rijp om te eten?
    En ik zie op de foto's geen bloeiende lupines meer, die waren er in mei/juni overvloedig.
  2. Bert Kandel:
    25 augustus 2019
    Wij blijven jullie nauwgezet volgen! Wat een mooie foto’s, heel levensecht en mooie illustraties bij het verhaal.
    Goed nieuws over het zicht van Dolly: dat is verbeterd en zit nu op ca.30%! Zij droomt weer over autorijden!
    Mooie tocht gewenst verder.