Een halve rustdag in Lillehammer

1 augustus 2019 - Lillehammer, Noorwegen

Donderdag 1 augustus 2019

Gisteravond in pension Johannesgaard ontmoetten we een wel heel speciaal Nederlands gezin: vader, moeder en een tweeling, twee broertjes van 7 jaar oud. Zij lopen met elkaar het Olavspad. De laatste dagen lazen we al in door de trotse ouders ingevulde gastenboeken in kerken en in bijvoorbeeld ons ‘paradijselijke’ pelgrimshutje van een paar dagen geleden, dat deze twee jochies vermoedelijk de jongste pelgrims waren op het Olavspad. Ze waren begonnen in Tangen, hadden tot gisteren toe 6 dagen gelopen, en lopen niet meer dan 15 km per dag. Na vandaag blijven ze nog een paar dagen in Lillehammer met familie en dan reizen ze met de trein door, om de laatste acht etappes van 15 km naar Trondheim te lopen. Volgens de regels hebben ze recht op een officieel getuigschrift als ze de laatste 100 km hebben gelopen. De jongens zaten ‘s avonds nog vol energie, druk praten en spelletjes doen, en toen ze naar bed waren hebben we nog gezellig koffie gedronken met papa en mama. We vroegen hoe de mensen in hun omgeving thuis hadden gereageerd op deze gezinspelgrimstocht. “Heel wisselend,” was het antwoord, “sommigen zijn vol bewondering, maar anderen betichten ons van kindermishandeling!” Ze vertelden ons trouwens nog, dat de gastvrije pelgrimsherbergier waar we niet konden douchen niemand minder was dan de plaatselijke dominee... Vandaar die bijbelse taferelen in deze Hof van Eden.

Vanaf ons logeeradres was het maar 15 km lopen, afdalend naar het centrum van Lillehammer. In Lillehammer namen we ‘afscheid’ van de Mjosa het langgerekte meer dat we vanaf Eidsvoll regelmatig zagen liggen. Vanaf Lillehammer gaan we het Gudbrandsdal in en volgen we zo’n 200 km stroomopwaarts de rivier Lagen (in Oud-Noors betekent deze naam gewoon: rivier). Na onze aankomst in het hotel om half een zijn we de stad gaan verkennen, want inchecken kon nog niet.

Lillehammer is bij ons vooral bekend van de Olympische Winterspelen van 1994, en daar zijn nog wat sporen van te zien, zoals de goede infrastructuur, en de springschans tegen de berghelling. Toch is het niet een echte grote stad (Hamar is groter), het is meer een gezellig toeristenstadje dat door kraampjes in een gezellige winkelstraat ‘good to be there’ is, maar voor niet meer dan een dag. Karakteristiek Noors was een bronzen beeld dat een rauwe Viking laat zien met een kind op de arm die ongeveer verticaal van een berg af komt skieen. 

Johanna had het oog laten vallen op het museumachtige woonhuis Bjerkebaek (berk en beek), dat van 1919 tot haar overlijden in 1949 de woning was van de schrijfster Sigrid Unsted. Wie is dat nu weer? Wel, bij de voorbereidingen op deze pelgrimstocht attendeerde het routeboekje van Ria Warmerdam ons op Sigrid Unsted, die een eeuw geleden een beroemde trilogie had geschreven over de romanfiguur Kristin Lavransdatter, die in de middeleeuwen geleefd zou hebben in het gebied waar onze tocht doorheen gaat, vooral in het Gudbrandsdal. Voor vertrek heeft Johanna deze boeken gedownload op haar e-reader, en ze leest het verhaal tussen de wandelingen door. Unsted is voor onder meer deze boeken  in 1928 onderscheiden met de Nobelprijs voor de literatuur. De ruime woning is authentiek heringericht en ademt een prettige sfeer. We kregen in het Engels een rondleiding door een aardige en deskundige conservator, en kwamen veel bijzonderheden aan de weet over het leven van Sigrid Unsted. Johanna gaf af en toe blijken van herkenning: zij constateerde dat veel elementen uit het verhaal van Kristin Lavransdatter, hoe middeleeuws ook, autobiografische kenmerken hadden, zoals waar het gaat over haar slechte huwelijk. Natuurlijk komen we in dit monumentale huis ook oubolligheden tegen. Zo wijst de rondleider ons op het honderd jaar oude telefoontoestel dat aan de muur hangt, en waarmee Sigrid Unsted op 5 november 1928 te horen kreeg dat zij de Nobelprijs voor de literatuur had gewonnen. Herkenbaar voor deze tijd, was overigens dat Unsted geen gelegenheid voorbij liet gaan om af te geven op het gebruik van de telefoon als een van die moderne fratsen. Gelukkig heeft ze onze mobieltjes niet hoeven meemaken!

Terwijl ‘s avonds in het hotel de wasmachine en de droger overuren draaiden met onze vuile kleding, besloten wij de halve vrije dag bij het door Johanna opgespoorde chinees restaurant Ming. Ons bezoek zal de frele bescheiden serveerster nog lang heugen. Want toen ik met nog volle mond wilde beginnen aan de laatste hap op mijn bord, kwam zij, lichtvoetig haar hand naar mijn bord uitstrekkend, met de vraag “Can I take it away?” Zonder mijn mond leeg te eten probeerde ik “NO!” te zeggen, maar het klonk volgens Johanna als de brul van een verscheurend dier. Ik heb het arme wicht daarna een half uur niet meer gezien, en voor straf moesten we heel lang wachten op ons bestelde ijsje als dessert. Ik heb het maar beschouwd als een boetedoening voor mijn onbeschaafdheid.

Foto’s

3 Reacties

  1. Wim Jacobs:
    9 augustus 2019
    Ik hoop dat ze een leerpunt heeft
  2. Dick van Zuilichem:
    9 augustus 2019
    Deze reisverhalen zijn zo beeldend geschreven dat zelfs de niet sportieve lezer zich uitgenodigd voelt zich passende wandelschoenen aan te laten meten om al deze ervaringen in gebaande wegen te kunnen delen.
  3. Elly de Haan - Verduyn:
    10 augustus 2019
    Hebben ze jullie niet het standbeeld van Sigrid Unsted laten zien in Lillehammer?
    Aan de foto's te zien zijn jullie daar vlakbij geweest.