Bliede daj d’r bint!

13 augustus 2020 - Genemuiden, Nederland

Deze welkomstgroet vonden we vanmiddag in de huiskamer, ‘de deel’, van de B&B Boerendiekhuus, ongeveer drie kilometer oostelijk van het stadje Genemuiden. Eigenlijk drie kilometer uit de route, want we zijn Genemuiden, lopend langs het Zwarte Water, vanaf het westen binnengekomen, en moeten morgen ter hoogte van de haven van Genemuiden met het pontje oversteken voor onze etappe naar Vollenhove in de kop van Overijssel. Direct na het boeken had ik een mailtje gekregen van Karin Pierik, die met haar man Cor een duurzame boerderij runt, met B&B, groepsaccommodatie en dagbesteding. Of ik wel wist dat ze ver van de route van het Zuiderzeepad liggen, en dat ze bereid was ons uit Genemuiden te komen ophalen. Ik had geantwoord (drie weken geleden) dat wij niet schrikken van drie kilometer extra en dat we het wel weten te vinden. Vanmorgen kreeg ik van onze gastvrouw nogmaals een mailtje met tips over het zoeken van een maaltijdbezorging (zij hebben daar geen faciliteiten voor, we hadden wel zelf kunnen koken), en nogmaals het aanbod ons op te halen, want ja het warme weer! Ik heb geantwoord dat we eventueel bellen zodra we in Genemuiden zijn.

Bij vertrek iets voor negenen vanuit onze uitstekende B&B de Zevenster in Kampen, waar we zowel gistermiddag als vannacht flink hebben geslapen, was het alweer 21 graden, en het voelde zelfs een beetje fris aan. We doorkruisten IJsselmuiden met de vele wasserijen vanwege het schone IJssel-water, en het dijkstadje Grafhorst en vervolgden  onze route op de Kamperzeedijk, waar we in een theetuin wat verkoeling vonden. Vanaf dat punt, inmiddels liep de temperatuur via 26 naar 28 graden op, hebben we de laatste vijftien kilometer van onze tocht vrijwel uitsluitend gelopen op grasdijken zonder enige beschutting. Het was zo warm, dat er nauwelijks schapen langs de dijk lagen (zoekend naar schaduwplekjes onder boerenkarren of met de koppen in het riet), maar op de dijk bevonden zich alleen twee maffe wandelaars, bezig met de uitvoering van het autistische plan in deze hittegolf het Zuiderzeepad in een keer rond te lopen. Jaloers keken we naar het waterplezier op en langs het Zwarte Meer en de rivier het Zwarte Water waar Genemuiden aan ligt. Bij het pontje sloegen we rechtsaf naar de haven. Daar dronken we karnemelk, Spa Rood en een grote pils, en het eindpunt vonden we bij de grote BONI supermarkt waar we ons een kantenklaar Italiaans diner aanschaften: een pizza, macaroni met saus en een bak rucolasla. Het was 30 graden Celsius.

Genemuiden, ik was er nog nooit geweest, maar voor mijn kennis van de voetbalsport is de voetbalclub Genemuiden voor mij van grote betekenis geweest. Als kind op de lagere school voetbalde ik op straat of op het schoolplein. Thuis hadden ze niet veel op met de ‘foebal’. Daar kwam maar afgoderij en sportverdwazing van. “Sportverdwazing”, hoe mijn vader en moeder en opa’s en oma’s het uitspraken en wat voor gezicht ze er bij trokken, het moest minstens zo erg zijn als tuberculose! Dus als ik met mijn vriendjes voetbalde had ik geen idee van de spelregels. Tot wanhoop van mijn medespelers kwam ik er pas vrij laat achter dat je de bal niet met je handen mocht aanraken. Want bij ‘Hens!’ kreeg de tegenpartij een ‘pinantie’. En bij drie hoekschoppen of corners kon je een ‘pinantie’ of strafschop verdienen. In mijn geboorteplaats Katwijk hadden ze toen een hele goeie voetbalclub, Quick Boys. Ze werden jaar op jaar kampioen in de 2e klasse zaterdagamateurs. Toen ik mijn klasgenoten een keer vroeg of Quick Boys nu volgend jaar in de 1e klasse zou spelen, keken ze me niet begrijpend aan. “Nee joh, de zondagamateurs hebben wel een 1e klasse, maar de zaterdagamateurs gaan niet hoger dan een 2e klasse. Bij ons in Katwijk wordt op zondag niet gesport, het zwembad is toch ook ‘s zondags dicht? Dat klopte, want mijn vader verstopte op zondag ook steeds mijn zwembroek om te voorkomen dat ik in zee ging zwemmen. Terug naar voetbal. Quick Boys mocht als kampioen spelen om het landskampioenschap zaterdagvoetbal tegen de kampioenen van de andere 2e klasses. Meestal kwamen die uit Spakenburg (IJsselmeervogels of vv Spakenburg) en... Genemuiden! Zo kocht ik van mijn gespaarde zakgeld een kaartje voor de kampioenswedstrijd Quick Boys - Genemuiden. De blauwwitten tegen de groenwitten herinner ik me nog. Ik ging samen met een klasgenoot wiens oudere neef in het eerste elftal speelde. Quick Boys had in die tijd ook een goeie midvoor, die kon zo hard schieten dat een keeper er een keer een handbreuk aan over heeft gehouden. Nou dan wil je als keeper wel even opzij, zo hoopten we. Maar met die hoekschoppen, dat was me toch niet duidelijk. Iedere keer als Quick Boys een corner kreeg, riep het publiek massaal: “Halleve kool, halleve kool!”. Dus ik telde, met elke twee hoekschoppen een doelpunt, aan het eind van de wedstrijd een ruime overwinning voor de onzen. Maar op het scorebord stond als einduitslag een gelijkspel, 0-0 of zo. Helaas ging de derde (uit Spakenburg) er vandoor met de landstitel. Maar gelukkig werd mij toen duidelijk hoe nou werkelijk de puntentelling gaat in een voetbalwedstrijd, dankzij de eerste echte voetbalwedstrijd die ik in mijn leven heb gezien, die van onze Quick Boys tegen de Sportclub Genemuiden.

Bliede daj d’r bint! Ik kom nog even terug op deze gastvrije welkomstgroet. Op zo’n wandeltocht als wij maken moet je mede vanwege de coronabeperkingen alle logeeradressen tevoren vastleggen. Je hebt dus vooraf een beetje een beeld van waar je terecht komt. In deze warme periode ervaren we dat het belangrijkste is, als je moe en bezweet op een logeeradres aankomt, dat je vriendelijk en invoelend wordt ontvangen. Niet zoals die receptioniste die al halverwege haar verhaal was terwijl ik mijn rugzak nog aan het afdoen was en mij daarna een formulier onder de neus stopte met de vraag of ik daarop even het kentekennummer van mijn auto wilde noteren. In het algemeen zijn we zeer hartelijk ontvangen, zeker bij de Vrienden op de Fiets, maar ook bijvoorbeeld bij het Rechthuis in Muiderberg, waarbij de gastvrouw eerst koude dranken bracht met de woorden ‘eerst even hydrateren, dan gaan we inchecken’ en de receptionist van de camping in Elburg die zelfs geen betaling wenste voor onze welkomstdrankjes. Zo ook vandaag in Genemuiden. Om half vier belden we vanaf de supermarkt gastvrouw Karin Pierik, en tien minuten later was ze al bij ons. In de auto een gezellig gesprek, en drie kwartier later waren we allebei gedoucht. Bliede daj d’r bint! De beste welkomstgroet die je je met dit weer en deze zware dagwandelingen kunt bedenken!

5 Reacties

  1. Wim Jacobs:
    13 augustus 2020
    Zo kan het ook
  2. Elly de Haan - Verduyn:
    13 augustus 2020
    Jullie geven ook niet op zeg, maar het wordt ietsje koeler en kans op meer regen.
  3. Sophie Bloemert:
    13 augustus 2020
    Dag allemaal! Neen, Elly, Arie en Johanna geven niet op. De bus naar Kampen en het autoritje in Genemuiden is volgens mij al een flinke concessie. Moedig voorwaarts! Groeten vanuit Garderen, waar ik kijk naar Omroep Zeeland, die bericht over een quiz over De overkant die de Zeeuwen maar moeilijk vinden. Lang leve Nederland!
  4. Elisabeth:
    14 augustus 2020
    Geweldig. Houd moed
  5. Alexander Somers:
    14 augustus 2020
    Hi Arie & Johanna. Het valt me op dat jullie vaak karnemelk drinken. Is dat omdat jullie dat lekker vinden of omdat het "iets" heeft wat jullie door de wandeldag helpt ...???
    We zijn wéér trots op jullie ... Groeten uit het Leuvense ...