Zondagsrust

9 augustus 2020 - Putten, Nederland

Toen we vanmorgen wakker werden in de zolderkamer van onze Vrienden op de Fiets, hoorden we druppels vallen op het tuimelraam. Regen, kon je het niet noemen, maar we waren blij met een beetje afkoeling, nou ja 23 graden om 7.15 uur, en voor een paar uur een bewolkte lucht. Het is vandaag zondag, maar we gaan niet naar de kerk. We hebben 28 kilometer voor de boeg, en hoe meer je ervan voor twaalf uur loopt hoe beter. Bovendien, we hadden zaterdag in Bunschoten-Spakenburg als onbekenden hier al zo veel kerken gezien, dat het in een snoepwinkel toch moeilijk kiezen was geweest. Welhaast alle protestantse kerkgenootschappen en modaliteiten kun je hier vinden! Alleen een katholieke kerk hebben we hier niet gezien.

Na een hartelijk afscheid van Henriette en Henk liepen we vanuit hun mooie huis in een zuidelijke buitenwijk door het oude Bunschoten voorbij een molen en een lange vaart richting de haven van Spakenburg. Het was stil, maar anderzijds was er veel fiets- en loopverkeer, kriskras door het dorp. Gezinnen in vrolijke zomerse kleding, mensen met een poloshirt en korte broek, mensen stemmig gekleed, mannen in kostuum met donkere stropdas. Het was het ‘kerkverkeer’, ieder op weg naar zijn of haar kerk. De een opgewekt pratend, de ander kortaf groetend. 

Zodra we Spakenburg uitgelopen waren en op de zes kilometer lange dijk naar Nijkerk terechtgekomen waren, zagen we een ander deel der natie, minstens even actief. Fietsende stellen, jong, oud en daartussen. Veel wandelaars, een enkele scooter, de stilte verstorend. Hengelaars onder aan de dijk. Veel joggers. We zagen in het Nijkerkernauw, zo heet hier het randmeer van de Flevopolder aan de overkant, weinig vaarverkeer, maar wel heel veel zwanen en meerkoeten, allemaal stil drijvend in deze zondagochtend. In de stilte was het aangenaam en gezellig toeven op het betonnen fietspad op de dijk. Er hing een hoge bewolking, waar geleidelijk de zon doorheen brak. Het was nog goed te doen om te lopen.

Om half elf, inmiddels stond de thermometer op 25 graden, kwamen we bij de Arkersluis, en besloten we niet te pauzeren maar langs de Arkervaart door te lopen naar Nijkerk, vijf kilometer verder. We kwamen in een industriewijk, doods op een zondag als deze. Als we eerst maar bij het haventje zijn, dan is er vast wel een terras open. Niets ervan. Nijkerk was in volledige lockdown, zo leek het. Alle terrassen, het zijn er veel!, waren leeg, met de zonneschermen ingeklapt. Wat een triest gezicht! Bij een snackbar waren mensen aan het schoonmaken (“We zijn dicht hoor!”) en konden we nog ieder een frisdrank scoren, en een prettig gesprek. Verder ging het door uitgestorven Nijkerk. In een parkje stonden wat banken, maar allemaal in de volle zon. Verder maar. Ver voorbij Nijkerk, bij een saai electriciteitsschakelstation, vonden we een schaduwrijke bank voor de meegenomen boterhammen. Inmiddels 13.00 uur, 29 graden. Door een afwisselend, maar leeg buitengebied liepen we richting kasteeltje Oudenaller. Heel mooi, maar we waren de enigen die voorbij kwamen. Inmiddels 30 graden. In dit afwisselende landschap liep je soms in de schaduw, maar veel te vaak in de volle zon. De matige nachtrust in de laatste ‘plaknachten’ doet een aanslag op ons uithoudingsvermogen.

Een stoot adrenaline kregen we bij het (voor de zoveelste keer) oversteken van de (dank zij de airco van de auto’s) drukke Nijkerksestraatweg, een N-weg. We zagen van heel ver een auto, een BMW Testosteron, aankomen. Zodra we op de weg liepen begon die te toeteren en werd er gas gegeven, We konden makkelijk oversteken, ik maakte een handgebaar om tot rust te manen. Nog meer gas. Johanna stak haar middelvinger op. Op het moment dat de auto passeerde, wij stonden al op de kant, maakte die een gevaarlijke zwieper in onze richting, of die ons toch nog wilde raken. “Waar is dit voor?” Hoe noemde Rutte dit ook weer laatst? “Doorgesnoven en half bezopen”, maar levensgevaarlijk.

De laatste kilometers richting het dorp Putten leken wel eindeloos. Zinderende hitte, de laatste druppels water gingen op. We liepen door nieuwbouwwijken, ook hier volledige lockdown. We kwamen in het centrum, waarvan ik altijd gedacht had dat dit levendiger is dan dat van onze woonplaats Putte-zonder-n. Niets daarvan. Of toch! Het was inmiddels 16.00 uur geworden en we ontmoetten fietsende en wandelende kerkgangers, het was tijd voor de middagdienst, de mannen allemaal met donkere stropdas. We passeerden de Dorpsstraat, voor de gezelligheid afgezet als wandelgebied: alle terrassen dicht en geen levende ziel!

Om half vijf kwamen we aan bij ons hotel, de Hof van Putten. Niks inchecken, eerst bier! We waren net op tijd getuige van de overwinning van Max Verstappen op Silverstone. Voor hem geen zondagsrust...

4 Reacties

  1. Elisabeth:
    10 augustus 2020
    Poeh poeh met die hitte
  2. Elly de Haan - Verduyn:
    10 augustus 2020
    Als je naar de kerk had gewild had je toch echt je driedelig zwart mee moeten nemen en Johanna een degelijke rok tot over de kuit en een hoed.
    En op de Veluwe heerst nog zondagsrust, dus geen café's en winkels open.
    Sterkte met de warmte verder, de hittegolf schijnt nog zeker tot zaterdag aan te houden. pfft.
  3. Wim Jacobs:
    11 augustus 2020
    In Nijkerk heb je een Mac die wel open is , maar dan moet je een stukje richting A28. Kennen wij van rondje IJsselmeer.
  4. Arie Haasnoot:
    12 augustus 2020
    Ja die Mac hebben we gezien, aan de andere kant van de vaart. Tot in de wijde omtrek vonden we in de polder bekertjes met een M.